Materialisme en het bubbelbad
Het is het ideaalbeeld voor velen: een bubbelbad met een glas champagne in de tuin van een grote villa, of nog beter ergens op een terras in de heuvels van Los Angeles. In hun onvermogen dit ideaal waar te maken schaffen mensen soms een opblaas bubbelbad aan. In de categorie betaalbaar het dichts wat ze bij hun ideaalbeeld van het goede leven kunnen komen. Het is een ideaalbeeld dat voort vloeit uit de sterk materialistische aard van onze maatschappij. Op de één of andere manier is er in onze samenleving het idee ontstaan dat mensen spullen nodig om gelukkig te worden. Je leven is immers pas geslaagd als je rijdt in een flinke Audi of BMW, toch? Het is iets waar bedrijven vaak op inspelen: met hun reclames proberen ze hun product zo te tonen alsof het lijkt alsof het onmisbaar is in een welvarend mensenleven. Het product moet onmisbaar zijn voor een consument, dan zullen ze het vast wel kopen. Tegenwoordig zijn veel mensen, misschien zonder dat ze het door hebben, zeer hedonistisch op een haast economische manier. Dat wil zeggen, ze zijn constant bezig met geluksmaximalisatie en zijn steeds haast op een berekenende manier bezig met bedenken waarvan ze gelukkig zullen worden. Als ze nu dit werk doen, zullen ze geld krijgen en weer een nieuw paar schoenen kunnen kopen. Het is dit hedonisme waar dat sterke materialisme uit voort komt. Hoewel er natuurlijk meer is dan spullen waar je geld aan uit kan geven, zijn spullen wel vaak dat wat wordt gebruikt als maatstaaf voor welvaart. Iemand die echt welvarend is rijdt immers in een Lamborghini en draagt een Rolex van een paar duizend euro om zijn pols. Dat ideaalbeeld van de welvarende rijke persoon is iets waar veel mensen naar streven in onze samenleving, maar is dat wel terecht?